Skip to content

De Babbelbox: zo gebruik je het

De Eigenwijzer babbelbox kan op allerlei manieren worden gebruikt. Je kunt er intuïtief mee aan de slag. Kies een moment dat er ruimte is voor een gesprekje. Je kunt bij gebruik deze stappen volgen.

1. Kies een thema
Kies samen over welk thema je wilt gaan praten. De thema’s staan op de rug van de doosjes. Beperk je tot één thema. Een ander thema kan later of een andere keer.

2. Gebruik de gesprekskaartjes
Pak het doosje wat bij het thema hoort. Er zitten kaarten in met afbeeldingen en vragen. Deze helpen je op weg.

3. Zet de emotiekaart in
Is het lastig om te praten of iets te vertellen? De emotiekaart kan helpen. Vraag je gesprekspartner om de emoties aan te wijzen

4. Maak notities
Heb je een leuk gesprek? Schrijf steekwoorden op de notitiekaartjes. Denk bijvoorbeeld namen van vrienden of huisdieren, plaatsnamen of andere associaties.

5. Verzamel verhalen
Plak de steekwoorden op de fotokaarten en stop ze in een enveloppe. Zo verzamel je waardevolle onderwerpen en kun je er nog een keer over babbelen.

6. Gebruik de tips
Op de doosjes staan tips voor een goed gesprek, bijvoorbeeld ‘Mensen met dementie zijn net tijdreizigers. Het verleden kan worden ervaren als nu. Verbeteren hoeft niet.’

7. Maak de onderwerpen zichtbaar
Je kunt de fotokaarten met notities ophangen in de kamer. (Gebruik eventueel de Eigenwijzer Babbelposter). Zo weet iedereen die binnenkomt wat deze persoon bezighoudt. Dat is een mooi haakje voor een meer persoonlijke opmerking of aanleiding voor een gesprekje.

“Ik heb geleerd dat ik niet hoef te corrigeren in het gesprek: het gaat om de beleving van de bewoner.”

zorgmedewerker